Wet op het primair onderwijs

De Wet op het primair onderwijs (WPO) regelt hoe het basisonderwijs in Nederland is georganiseerd en waaraan scholen moeten voldoen. De wet heeft als doel om ieder kind goed, veilig en passend onderwijs te bieden. Het primair onderwijs richt zich ook op de brede ontwikkeling van kinderen (cognitief, sociaal en emotioneel), Voorbereiding op het voortgezet onderwijs en deelname aan de samenleving. en dan ook gelijke kansen voor alle leerlingen.

Scholen zijn verplicht onderwijs te geven in vaste leergebieden, zoals taal, rekenen, wereldoriëntatie en burgerschap. Daarnaast is er aandacht voor sociale vaardigheden en digitale geletterdheid. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Scholen moeten werken aan voortdurend verbeteren. Scholen zijn verantwoordelijk voor passende ondersteuning aan leerlingen, waaronder extra begeleiding voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. De WPO verplicht scholen te zorgen voor een veilige leeromgeving, waaronder beleid tegen pesten en aandacht voor het welzijn van leerlingen. Leerkrachten moeten bevoegd en bekwaam zijn. Scholen zijn verantwoordelijk voor deskundigheidsbevordering van hun personeel. De wet regelt de taken van schoolbesturen en de inspraak van ouders en personeel via de medezeggenschapsraad. De WPO sluit aan bij de Leerplichtwet en stelt regels aan onderwijstijd, schooldagen en vakanties.